De Eindhovense wethouder Yasin Torunoglu. foto Kees Martens
OPINIE - Henri Grootveld uit Eindhoven was lid van de denktank achter de nieuwe 'Koers Bewonersparticipatie 2014-2017'. Zijn betoog gaat over de oorverdovende stilte in Eindhoven na de presentatie van de nieuwe koers voor burgerparticipatie, een jaar geleden.
Op 18 december vorig jaar vond in de marge van de laatste gemeenteraadsvergadering in Eindhoven een bijzondere gebeurtenis plaats. Een gebeurtenis die vrijwel geheel aan de aandacht van de lokale pers – en daarmee van het grote publiek – is ontsnapt. Jammer, want het onderwerp staat nog steeds volop in de belangstelling, getuige recente publicaties in het ED. Die interesse geldt kennelijk niet voor de meeste leden van het openbaar bestuur. Het gaat namelijk over (het gebrek aan) betrokkenheid van burgers bij de lokale politiek. En dat was nou net de inzet een jaar geleden: de nieuwe 'Koers Bewonersparticipatie 2014-2017'.
Een jaar geleden overhandigde de voorzitter van de Bewoners Beweging Eindhoven (BBE) het concept voor die nieuwe koers aan college en raad. Het stuk was tot stand gekomen als uitdaging van wethouder Yasin Torunoglu aan de BBE om zo'n beleidsdocument zelf samen te stellen.
Het product was blijkbaar niet welkom, want tot op de dag van vandaag is er weinig mee gebeurd: het onderwerp participatie heeft zich tot nu toe politiek beperkt tot de gevolgen van de participatiewet en dat is een heel andere discussie. Hier gaat het om een concept voor een beleid om burgers meer te betrekken bij beslissingen over hun eigen woon- en leefomgeving.
In 2013 waren er in onze stad vier congressen, georganiseerd door de BBE, waar bewonersparticipatie het hoofdthema was. Op basis van wat hij uit de eerste twee bijeenkomsten destilleerde, formuleerde de wethouder zijn uitdaging aan de bewoners om zelf een voorstel te doen voor gemeentelijk beleid. Een denktank van betrokken bewoners met ervaring en/of expertise op gebieden als buurt- en wijkwerk, duurzaamheid, jongerenwerk, leefbaarheid en veiligheid werkte twee maanden aan het gevraagde document, dat op 23 november 2013 aan de wethouder werd aangeboden. Er vond nog een evaluatie plaats met vertegenwoordigers van bewonersorganisaties uit de hele stad en de finale versie werd een jaar geleden gepresenteerd. En toen werd het oorverdovend stil…
Het concept voor de koers om burgers meer te betrekken bij beslissingen over hun eigen woon- en leefomgeving was gebaseerd op ervaringen van bewonersvertegenwoordigingen (leefbaarheidsteams, buurt- en wijkverenigingen, huurdersverenigingen, besturen van buurthuizen), de uitkomsten van de congressen en op adviezen van ambtenaren, welzijnsorganisaties, politie en andere professionals. Ook was terdege rekening gehouden met de ervaringen in andere gemeenten – zoals de aanpak in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, aangehaald door Sjoerd Romme in het ED van 3 december.
De 'koers' is gericht op het 'fijn kunnen wonen' van álle Eindhovenaren. Het is een lijvig stuk waarin de bakens voor solide beleid werden geformuleerd: uitgangspunten, (rand)voorwaarden, taken, procesbewaking, communicatie etc.
Als voorbeeld de paragraaf over communicatie: 'Bewonersparticipatie is in principe vraaggericht; behalve informatie, dat is een plicht! Het directe contact tussen bewoners en gemeente vanaf het allereerste begin is een eerste vereiste bij alle beleidsvoornemens of gemeentelijke acties met gevolgen op wijkniveau. Goede informatie – T3: tijdig, transparant en terzake – vóór, tijdens en ná het proces, vormt de basis voor bewonersparticipatie. Het (al dan niet bewust) 'dom houden' van bewoners is een onvergeeflijke doodzonde!'
Het moge duidelijk zijn dat niet iedereen in het stadhuis in zijn nopjes was met die formulering.
Van een nieuwe koers met bewonersparticipatie is na een jaar nog geen sprake. College en raad worstelen met het idee dat democratie niet betekent dat bewoners eens per vier jaar naar de stembus mogen en verder hun mond moeten houden. De burger heeft een belangrijke positie in het bestuurlijke proces, met zowel plichten als rechten en dat elke dag. Door daar onvoldoende op in te spelen verliest de politiek haar geloofwaardigheid en fundament. Krokodillentranen over de geringe opkomst bij lokale verkiezingen of het ontbreken van belangstelling voor de verkiezing van het 'Raadslid van het jaar' (ED 4 december) maken weinig indruk op degenen die werkelijk iets willen betekenen voor hun directe woon- en leefomgeving en die daarbij worden genegeerd of zelfs gehinderd door onvoldoende politieke daadkracht. Er gebeurt ongetwijfeld veel op de achtergrond, maar om bewonersparticipatie echt van de grond te krijgen moet de gemeente ook helder en transparant communiceren over wat wel en niet kan en hoe het – nota bene gevraagde – koersdocument daarin past. De burger was aan zet, nu is de beurt weer aan college en raad en eh, graag vlug een beetje!