GEM Algemene informatie Welstand

Wat is welstand?

Veel mensen denken bij het woord welstand aan rijkdom of aan een goede gezondheid. Maar het woord welstand kan ook betrekking hebben op het uiterlijk van gebouwen: het wel-staan of het goed-staan van gebouwen. Van een gebouw wordt gezegd dat het 'wel-staat' wanneer het uiterlijk én de omgeving van het gebouw samen als een acceptabel geheel worden ervaren.

Wie houdt zich bezig met welstand?

Het wel-staan van gebouwen is op de eerste plaats een taak voor de opdrachtgever en de ontwerper van een gebouw. Maar ook de overheid heeft een taak op dit gebied. Gebouwen hebben namelijk door hun uiterlijk invloed op het karakter van de stad. Met het welstandsbeleid probeert de gemeente Eindhoven te zorgen voor een aangenaam en aantrekkelijk stadsbeeld. Het college van burgemeester en wethouders ((B&W) heeft hiervoor regels vastgesteld. Een commissie, de Commissie ruimtelijke kwaliteit, geeft op basis van deze regels advies.

Meer informatie:

Commissie ruimtelijke kwaliteit

Hoe is de welstand geregeld in de wet?

Artikel 12, eerste lid van de Woningwet van 2003 is de grondslag voor de welstand: 'Het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, mogen niet in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12 a.

Toetsingscriteria

Bij het beoordelen van bouwplannen bezigt de Commissie ruimtelijke kwaliteit een aantal specifieke stedenbouwkundige, architectonische en cultuurhistorische criteria. Deze criteria zijn afgestemd op de algemene welstandsvoorschriften. De commissie gebruikt ze niet als norm maar als instrument om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de bouwplannen. Met deze werkwijze hoopt de commissie een gefundeerd advies uit te brengen.

Stedenbouwkundige criteria
De commissie bezigt de volgende stedenbouwkundige criteria:

• het plan past in de Stedenbouwkundige Visie, Eindhoven 1995;
• het plan houdt rekening met de nota “Beeldbepalende Elementen”, Eindhoven 1994.

Architectonische criteria
De commissie beoordeelt het bouwplan op zijn architectonische kwaliteit aan de hand van de volgende criteria:

• het plan draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Eindhoven op grond van een helder architectonisch concept;
• het woord concept betekent denkbeeld. En denkbeeld wil zeggen idee en beeld tegelijk. Het concept is zowel in hoofdlijnen als in detail doeltreffend uitgewerkt;
• het plan levert een betekenisvolle bijdrage aan de omgeving en kan variëren van aangepast tot eigenzinnig;
• het plan heeft op grond van het concept een duidelijke samenhang in compositie, structuur, materiaal en detaillering;
• de indeling, de constructie en de buitenkant zijn trefzeker op elkaar afgestemd;
• de detaillering en de materiaalkeuze van het plan zijn in overeenstemming met het concept.

Voor meer informatie zie de welstandsnota:

	1e deel welstandsnota
	2e deel welstandsnota

Cultuurhistorische criteria
De commissie beoordeelt een bouwplan op zijn cultuurhistorische kwaliteit mede aan de hand van:

• De nota Vitaal Verleden
• Cultuurhistorische waardenkaart

BRON