Ruimtelijke Kwaliteit is het beleidsterrein dat zich bezig houdt met de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de bebouwing en openbare ruimte van een stad. Het is een belangrijk aandachtsveld voor iedere stad en zeker voor een stad als Eindhoven die wereldwijd concurreert als vestigingsplaats voor bedrijven en kenniswerkers. Het college van B&W is van mening dat Eindhoven meer gediend is met een innovatief welstandsbeleid dat recht doet aan gebiedspecifieke kenmerken en ambities én dat meer ruimte biedt voor particuliere initiatieven. Daarnaast streeft het college naar een beleid dat in tijden van bezuinigingen praktisch uitvoerbaar is en gehandhaafd kan worden.
Maatwerk en meer verantwoordelijkheid
In het voorjaar van 2011 werd een plan om de welstandstoets af te schaffen gepresenteerd aan de stad, waarop massaal is gereageerd door zowel voor- als tegenstanders. Naar aanleiding van deze reacties is het voorstel bijgesteld in de richting van de wensen van de stad. Het beleid zoals het nu door het college van B&W wordt voorgesteld, is gebaseerd op twee pijlers: maatwerk en meer eigen verantwoordelijkheid. De ambities en kwaliteiten van afzonderlijke buurten en wijken bepalen in welke mate er sprake blijft van welstandsbeleid. Veel buurten worden welstandsvrij, waarmee vrijheid wordt geboden aan initiatieven van de inwoners. Daarnaast worden een aantal gebieden aangewezen als ontwikkelingsgebied of te beschermen gebied. In deze gebieden is het mogelijk om naast de welstandsnota extra kwaliteitseisen te formuleren in de vorm van bijvoorbeeld een beeldkwaliteitsplan. Op deze manier blijft het specifieke karakter van de gebieden behouden.
Ontwikkelingsgebieden zijn omvangrijke gebieden die een (grote) transformatie ondergaan, zoals Strijp-S. Het is van belang om voor deze gebieden - tijdens de planontwikkeling en uitvoering - een vorm van welstand te behouden om uiteindelijk een evenwichtig ‘eindbeeld ‘veilig te stellen. In deze gebieden wordt in principe uitgegaan van welstandstoezicht door een supervisor, zoals nu in een aantal gebieden (waaronder Strijp-S) al gebeurt. Maar ook andere innovatieve vormen, bijvoorbeeld samenwerking met de Design Academy of de TU/e worden niet uitgesloten.
Ontwikkelingsgebieden zijn op een bepaald moment uitontwikkeld en worden dan van de ‘welstandskaart’ verwijderd. Andere gebieden kunnen in de toekomst juist als ontwikkelingsgebied worden toegevoegd. Wijzigingen op de kaart van de ontwikkelingsgebieden zullen uiteraard aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.
Te beschermen gebieden
Te beschermen gebieden zijn gebieden die de geschiedenis van de stad zichtbaar houden. Het zijn gebieden met een bijzondere (beeldbepalende) identiteit of cultuurhistorische waarden. Voorbeelden van deze gebieden zijn de beschermde stads- en dorpsgezichten en (een deel van) de gebieden/structuren die de gemeenteraad bij besluit van 8 maart 2008 heeft aangewezen via de vaststelling van de cultuurhistorische waardenkaart. Deze waarden worden deels door het bestemmingsplan beschermd. Daar waar de cultuurhistorische waarde mede bepaald wordt door de architectuur (materiaal, detaillering, kleur) en een samenhangend of gaaf bebouwingsbeeld, is ook een welstandstoets noodzakelijk om de herkenbaarheid van het historisch karakter veilig te stellen.
Rijksmonumenten behouden hun bescherming via de Monumentenwet 1988, in samenhang met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Die beschermen monumenten als afzonderlijke objecten, en maken het onmogelijk om zonder vergunning iets aan een monument te wijzigen waardoor het zou kunnen worden ontsierd. Het is daarom niet noodzakelijk hier specifieke welstandsnormen voor te ontwikkelen.
Overgangsbeleid
Sommige inspraakreacties onderstrepen dat voor enkele gebieden de afspraken over ruimtelijke kwaliteit onderdeel zijn van overeenkomsten met de gemeente en/of andere partijen. Het is onwenselijk om het welstandsbeleid voor deze gebieden plotseling en eenzijdig te veranderen. Deze gebieden worden aangeduid als ‘overgangsgebied’. Zolang er in deze gebieden nog bouwactiviteiten - anders dan aanpassingen zoals uit- of aanbouwen - plaatsvinden blijven de oorspronkelijke afspraken van kracht. Zodra echter de ontwikkelfase is afgerond gaat het college er van uit dat de welstandsafspraken worden ingetrokken en het gebied, net als de rest van de stad, welstandsvrij wordt. In sommige gebieden ligt er een directe koppeling tussen beeldkwaliteitplan en bestemmingsplan. In deze gebieden blijven de beeldkwaliteitplannen van kracht totdat het bestemmingsplan wordt herzien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten